Een dynamisch weekje

Woensdag

Ik heb slecht geslapen en als de wekker gaat ben ik nog moe. Pfff, nu al geen zin om te werken en het schooljaar is nog maar net begonnen!
Er wachten echter 120 pubers op me vandaag, dus ik moet gewoon vol aan de bak.
Alsof ze mijn stemming aanvoelen, zijn alle klassen druk, luisteren slecht en hebben, net als ik overigens, moeite aan het werk te gaan. Bovendien is het warm in het lokaal.
Ik kan weinig hebben, ben snel geïrriteerd, waarschuw te veel en zet niet door.
In een 3 havo klas gooi ik er uiteindelijk 2 meiden uit. Zo die ben ik kwijt. De dames zijn verontwaardigd, maar ik heb geen zin naar ze te luisteren. Niet gemotiveerde zittenblijvers. Was ik al chagrijnig aan het begin van de dag, aan het eind heb ik het helemaal gehad met de pubers.
Ja hoor, denk ik, het is de 3de week, de klassen zijn gevormd, de rollen zijn verdeeld, de kinderen hebben meer oog voor elkaar dan voor de les en de docent.
En dit was nog maar mijn eerste werkdag van de week. Hoe gaan de andere twee dagen er uit zien? En de rest van het jaar?
Mijn twijfel slaat weer eens toe. Ga ik dit wel volhouden tot mijn pensioen? Word ik ooit een goede docent?

Donderdag

De dag begint een stuk beter dan gisteren. Goed geslapen (de frustratie van mij afgefietst gisteravond) en ik heb er zowaar zin in, ondanks dat ik een lange dag voor de boeg heb. Vanavond heb ik namelijk ouderavond en maak ik kennis met de ouders van mijn mentorleerlingen.
De lessen verlopen prima. De kinderen zijn gezeglijk en ik geniet van ze. Ik denk dat kinderen de stemming van een docent feilloos aanvoelen.
's Middags zie ik mijn mentorleerlingen.
Ik ben mentor van een havo 3 klas, druk en pittig. Toen ik de eerste schooldag met ze kennismaakte, schrok ik. Wat een drukte en lawaai. Ik kwam er nauwelijks doorheen. Ik sliep er slecht van, zoveel zorgen maakte ik me over hoe ik het voor elkaar moest krijgen een band met deze klas op te bouwen.
Maar het lijkt er warempel op dat dat gaat lukken.
Er zit een aantal stoere jongens bij, maar ze hebben humor. Ze mopperen ook, maar ik vind ze echt grappig (lees ook de column 'charmes in de strijd').
Ik begin het mentoruur met de vraag of ze moeite hebben met bepaalde vakken, loopt het stroef met een docent? Dan wil ik dat graag horen.
Alsof ze het afgesproken hebben roepen ze en masse: "Duits mevrouw, Duits!"

Ik verheug me altijd op de ouderavond. Er zijn collega's die er tegenop zien, maar ik voel me als een vis in het water voor een groep volwassenen.
Als de ouders zitten sta ik nog even rustig voor de klas de groep te observeren. Ze zitten allemaal gezellig met elkaar te babbelen. Als ik begin met te zeggen dat de ouders al net zo gezellig zijn als de kinderen, is het ijs gebroken en zit de sfeer er in.
Het wordt een prima avond.

Vrijdag

Ondanks de lange dag gisteren, sta ik toch weer monter voor de klas. Ik verbaas me er zelf over hoeveel energie ik heb.
Alle klassen doen goed mee, luisteren, stellen vragen en zijn gezellig.
De twee meiden die ik er woensdag uitgegooid had, neem ik even apart. Met een blik van "Wat hebben we nou weer gedaan" (we hebben geen geweldige relatie), kijken ze me verveeld aan.
"Dames, ik heb nog eens even nagedacht over de afgelopen les en ik heb jullie verwijdering teruggetrokken. Ik had slecht geslapen en was chagrijnig en jullie kletsten weliswaar te veel, maar een verwijdering was een te zware straf". Op hun gezichten wisselen opluchting, verbazing en blijheid elkaar af. "Dank u wel, mevrouw". "Maar ik wil wel ander gedrag van jullie zien en dat jullie gaan nadenken hoe de lessen Duits voor jullie interessanter kunnen worden, omdat ik snap dat een tweede jaar Duits voor jullie saai kan zijn".
De rest van de les heb ik geen kind aan ze. Bij sommige kinderen moet je iets meer tijd investeren in de relatie om ze gemotiveerd te krijgen. Je bent niet alleen docent, maar ook pedagoog en psycholoog (en dydacticus, presentator, gastvrouw enz. volgens de functiebeschrijving). De kunst is, op het juiste moment de juiste pet op te zetten. Een 'Fingerspitzengefühl'. Soms heb je dat en soms helemaal niet (als je slecht hebt geslapen en chagrijnig bent bijvoorbeeld).

In mijn eigen mentorklas verzucht Angelique, als ik haar vraag iets in het Duits te zeggen:
"Maar mevrouw, ik kan geen Duits!"
Dus vertel ik de hele klas maar weer mijn verhaal. Dat ik een 5 voor Duits had op mijn eindlijst, van de luisterfragmenten geen bal begreep en toch docent Duits ben geworden. En dat ik dus nooit meer wil horen, dat je geen Duits kunt.
"Mevrouw", roept een leerling verheugd, "U geeft mij hoop".
Kijk, daar doe ik het voor.
Angelique, die beweerde geen Duits te kunnen, brengt er in een onbewaakt moment ineens een perfecte Duitse volzin uit. Enthousiast roep ik: "Siehst du, du kannst das!".
"Ja, maar....."
"Kein aber! Wenn ich sage, dass du Deutsch sprechen kannst, kannst du Deutsch sprechen".
De klas valt ineens stil. Dan vraagt Gerben, één van de stoere jongens, voorzichtig: "Mevrouw, zei u nou net dat als u zegt dat iets zo is, het dan ook zo is?"
"Genau!", zeg ik vrolijk.
Hij kijkt even bedenkelijk en vraagt dan bezorgd: "Maar geldt dat dan voor alles wat u zegt?"
Heerlijk dit! En op deze vraag is natuurlijk slechts één antwoord mogelijk. Ik ben tenslotte docent!

"Mevrouw, hoe vond u de ouderavond?", willen ze weten.
"Ik vond het heel gezellig, jullie hebben leuke ouders. Maar ja, leuke kinderen hebben leuke ouders natuurlijk". Er volgen verschillende reacties:
"Waarom weet ik daar niets van?"
"Mevrouw, mijn moeder was heel erg boos, dat u onterecht een vinkje had gezet bij niet gemaakt huiswerk."
"Mijn ouders vinden u grappig"
"Mijn moeder vindt u een fantastische vrouw", zegt Jean. En voegt er aan toe: "Tjonge, ze werd er bijna lesbisch van"! De hele klas ligt in een deuk. En ik? Ik heb het naar mijn zin.

Dit zou weleens een bijzonder jaar kunnen worden. Maar ik zeg het nog even voorzichtig, want het kan maar zo weer 'woensdag' worden.

Reacties

Populaire posts